Een goede landschapsfoto is in veel gevallen materiaal om aan de muur te hangen. De schappen bij de Ikea liggen hier vol mee.. Bergen, gele taxi's in een zwart witte stad, landschap van een bloemenweide, etc. m
Maar zeg eerlijk; eigen geschoten werk aan je muur maakt het toch wat 'persoonlijker'. Ikzelf maak niet heel veel landschapsfoto's, maar dat wil niet zeggen dat ik je geen tips hierover kan geven ;-) Want het maken van zo'n foto is zo gemakkelijk nog niet.
10 tips die jouw hierbij gaan helpen.
1. Gebruik een statief
Wanneer je landschappen gaat fotograferen is een statief erg gewenst. Het statief stelt je in staat langere sluitertijden te gebruiken. Lange sluitertijden ontstaan vanzelf wanneer je met veel scherptediepte en weinig licht wilt fotograferen. Een statief is dan onmisbaar om met scherpe foto's thuis te komen.
Een bijkomend voordeel is dat een statief je dwingt om na te denken over je compositie. Het is niet een kwestie van schieten en weer verder lopen, je bent veel bewuster met je foto bezig.
Je moet vaak flinke wandelingen maken om op de juiste plek te komen. Het is dus wel slim om een lichtgewicht (maar stevig) statief te gebruiken. Is je statief te zwaar, dan laat je hem al snel achter in de auto en daar krijg je later spijt van.
2. Neem wat extra moeite
De mooiste foto's zul je waarschijnlijk niet maken vanuit het raampje van je huurauto op vakantie. Wanneer je op een mooie locatie komt, moet je wel wat extra moeite nemen om ook echt het maximale uit de locatie te halen. Loop dus wat rond en probeer "de foto" van verschillende hoeken te benaderen. Wellicht dat de hoogte waarvan je de foto neemt (laag in het gras of hoger boven je hoofd) namelijk ook nog een belangrijke rol speelt.
3. Plaats iets in de voorgrond
Probeer iets mee te nemen van de voorgrond in je foto. Door een voorgrond in beeld te hebben benadruk je de diepte in de foto. Zonder dat referentiepunt wordt een foto al snel vlak. De voorgrond kan natuurlijk een strookje grond zijn voorin de foto, maar vaak is het interessanter om bijvoorbeeld een plant, een (tak van een) boom of een persoon mee te nemen in het beeld.
4. Zoek naar lijnen
Let op de lijnen die je in beeld lopen. Lijnen helpen je om een foto prettig kijkbaar te maken. Je kunt ze gebruiken om het oog van de kijker ergens heen te laten leiden, maar ook kunnen lijnen rust geven in een foto.
5. Gebruik filters
Filters worden over het algemeen niet heel vaak meer door fotografen gebruikt. Bij landschapsfotografie kan het je echter helpen om "het perfecte plaatje" te laten maken. Denk aan ND-filters om water een zijdezachte uitstraling te geven of een gradueel ND filter om het verschil tussen de lichte lucht en het donkere landschap op te heffen.
Ook een polarisatiefilter is interessant om te gebruiken. Hiermee kun je de luchten in je foto veel meer saturatie geven, maar bijvoorbeeld ook reflecties verminderen in water.
Wil je meer weten over deze filter? Mail mij dan op: info@defotomeneer.nl
5. Gebruik een teleobjectief
Landschapsfotografie wordt meestal geschoten met een groothoeklens.
Een groothoeklens is een lens met een brede beeldhoek. Hiermee fotografeer je moeiteloos een hoog gebouw of een uitgestrekt landschap. Ook grote onderwerpen passen gemakkelijk binnen je beeldkader. Over het algemeen wordt een lens tot 24mm een groothoeklens genoemd.
Dat er meestal een groothoeklens word gebruikt, is niet vreemd. Dit geeft direct een gevoel van ruimte in een foto. Een landschapsfoto kan echter ook heel goed met een telelens genomen worden (135 mm tot 300 mm)
Met het teleobjectief krijg je dit onderwerp dan veel duidelijker en groter in beeld. Denk bijvoorbeeld aan een hoge berg in de verte. Met een groothoekobjectief wordt de berg kleiner dan dat jij hem in werkelijkheid ervaart. Met een teleobjectief wordt hij juist veel groter en indrukwekkender in beeld gebracht.
6. Pas compositieregels toe
De regel van derden, de gulden snede, etc. Het zijn uitstekende uitgangspunten voor eigenlijk alle soorten van fotografie. Bij het fotograferen van landschappen breng je met oa deze regels snel rust in een foto waardoor deze prettiger is om naar te kijken.
Wat is de regel van derden?
Men verdeelt een afbeelding in negen gelijke vlakken met twee horizontale en twee verticale lijnen. Een foto waarin een aandachtspunt, zoals het onderwerp van de foto, in het midden wordt geplaatst, is meestal niet erg spannend. Wanneer deze op of rond een van de vier kruispunten van deze lijnen valt, ook wel een sterke plaats genoemd, wordt een foto vaak sterker en dynamischer.
bron: Wikipedia
Wat is de gulden snede?
De gulden snede is een leer naar verhoudingen die gebaseerd is op een wiskundige berekening. Waarbij de ideale verhoudingen van een lijnverdeling vast werd gesteld. Omdat een foto niet uit maar één lijn bestaat, maar uit meerderen, verdelen we de foto in zowel horizontale als verticale lijnen (zie voorbeeld). Door de foto in negen vlakken te verdelen met twee horizontale en twee verticale lijnen, wordt de gulden snede vaak verward met de regel van derden. (zie hierboven). Bij beide compositieregels wordt het beeld verdeeld in negen vlakken, maar bij de gulden snede zijn de vlakken niet in gelijke stukken verdeeld. (zie onderstaande afbeelding)
Sommige fotografen passen de gulden snede onbewust toe tijdens het bepalen van een compositie. Dat heeft te maken met een natuurlijk gevoel voor compositie, waarbij de verhouding en plaatsing van onderwerpen als prettig wordt ervaren. De foto "klopt" dan gewoon.
7. Let op de tijd
's Ochtends vroeg bij zonsopkomst en 's avonds laat bij zonsondergang zijn van die momenten waarbij het licht prachtig is om bijvoorbeeld landschappen te fotograferen. Je hebt op die momenten het mooiste licht. Dat wil niet zeggen dat je de rest van de dag (en nacht) geen mooie foto's kunt maken van landschappen. Het is daarom altijd goed om te weten hoe laat het is. En ga bij jezelf na; wat voor soort foto wil ik eigenlijk maken? In de ochtend kun je bijvoorbeeld ochtenddauw en mist fotograferen.
Terwijl je een uur voordat ze zon ondergaat vaak een "het gouden uurtje" hebt. De zon staat dan heel laag en geeft een mooi, oranje gloed over je foto.
Misschien wacht je wel op het moment dat die donkere regenwolk bliksem spuwt.
Wie zegt dat landschapsfotografie saai is??
8. Let op de horizon
Probeer tijdens het maken van je foto (of in de nabewerking hiervan) te letten of je de horizon wel recht op de foto zet. Op veel camera's zit tegenwoordig een digitale waterpas. En een analoog waterpasje in je statief. Handig toch? :-)
9. Schiet de foto's in RAW
Wanneer je in RAW fotografeert kun je in de nabewerking nog details terug halen uit over- of onderbelichte delen van de foto. Ook kun je bijvoorbeeld nog de witbalans aanpassen zonder dat dit iets aan de kwaliteit van de foto af doet.
Ze zon is de grootst denkbare lichtbron van landschapsfotografie. Vaak kom je in situaties waar je hierbij grote contrastverschillen kijrgt. Als je bijvoorbeeld tegen de zin in fotografen wordt de voorgrond onderbelicht en de lucht overbelicht.
Trust me; fotograferen in RAW is een lifesaver als het gaat over de nabewerking van je foto's. :-)
10: Geniet!
Geniet! Je bent in de natuur om er foto's van te maken. Wellicht schijnt de zon, hoor je wat vogels op de achtergrond of ruik je pas gemaaid gras. Vergeet soms even de fotografie en geniet gewoon even van waar je bent.
Tot volgende week!
John